Cheetje, Cheeminee, Chezus! - Reisverslag uit Deventer, Nederland van Trudy Weij - WaarBenJij.nu Cheetje, Cheeminee, Chezus! - Reisverslag uit Deventer, Nederland van Trudy Weij - WaarBenJij.nu

Cheetje, Cheeminee, Chezus!

Door: Trudy en Arlo

Blijf op de hoogte en volg Trudy

25 Mei 2015 | Nederland, Deventer

10 april
De dagen van luieren aan een strand en een beetje snorkelen en vogels kiekn zijn voorbij. Vandaag is het tijd voor een verdere expeditie het Cubaanse achterland in en dat doen we door twee steden in een dag te bezoeken: cienfuegos en Trinidad.

Maar eerst is het ontbijt tijd. In tegenstelling tot andere dagen zorgt Alexander voor het ontbijt, wat resulteert in een zeer snelle levering van de etenswaren. Tijdens eerdere ontbijt- en avond eten sessies duurde het wachten lang waarbij we ons afvroegen waarom zoveel Cubanen die heen en weer lopen zo langzaam een resultaat opleveren. Blijkbaar waren de instructies van Arnoldo die luid roepend vanaf een schommelstoel met een telefoon in de ene hand en een sigaar in de andere hand toch niet de meest duidelijke. Alexander liet zien dat Cubanen wel snel kunnen werken en als een resultante daarvan konden we eerder op pad. Niet nadat we natuulijk dag dag zeiden tegen onze gastheren, -vrouwen, de bouwvakkers en de honden en katten. Arnoldo werd nog verblijd met een voorraad papier en potloden en dito puntenslijpers voor een project met kinderen en wij ontvingen sigaren en armbanden.

Voor de route kozen we de scenic route. Cuba wordt doorkruist door een snelweg en daarvan afgeleid een aantal hoofdwegen, de Carretera's. Praktisch zoals deze zijn, zijn ze daarnaast lang, saai en recht. We gaan via de krabbenweg. Deze keer werden we op sommige plekken onthaald door een zee van honderden krabben die op, om, bij en naast de weg aan het rondscharrelen waren. Getuige de hoeveelheid platte krabben, hadden de arme beestjes nog steeds geen duidelijke methode ontwikkeld waarmee ze met zijn allen auto's ontwijkend de overkant van de straat konden halen. Het was een spelletje frogger voor de beestjes, waarbij ze at random naar links, of recht renden, bleven stilstaan en daarbij een stoere gevechtshouding met een schaar aannamen. Helaas doet deze gevechtshouding tegen een gemiddelde autoband met daarop ruim duizend kilo aan ijzer en personen en bagage niet zoveel. Slalommend om al deze helder rode en oranje beestjes probeerden we zo weinig mogelijk te raken. Lekke banden wil je niet, en massamoordenaar wil je niet worden. Overigens hebben we wel een enkele auto gespot met een platte band die langs de weg bezig waren met een krik en reservewiel. De krabben keken ongetwijfeld juichend toe vanuit de bosjes.

De weg het binnenland in kende ook nog krabben, niet veel, maar wel een aantal. Denk je dat je van die beestjes af bent, dan ineens moet je vol aan de ankers of alf kapitein Ahab aan het stuur trekken om een verdwaald exemplaar te omzeilen (zo voelde de Titanic zich dus toen de ijsberg ineens voor haar opdoemde). De weg voor de rest was leeg, een keer reden we verkeerd maar werden we direct door een paard met wagen en twee mannetjes er op gewezen naar de goede route. Ook in Cuba moet je dus wel een onderscheid maken naar de soort mannetjes die je tegen komt onderweg en die gebaren maken. Sommige willen je centen hebben, anderen willen je helpen. Hoe je ze uit elkaar houdt? Tot nu toe hebben we de theorie dat degene op paard en wagen je willen helpen.

Cienfuegos, de perla de la sud is de bijnaam. Dat belooft zoveel goeds. Een dergelijke naam komt niet zomaar aanwaaien en na het superlatieven overtreffende Havana kan dit maar een ding betekenen. We worden weggeblazen (alweer een windreferentie, dat is 2 in 2 zinnen!) door deze stad. Maar eerst een parkeerplaats. Parkeren doe je in Cuba op een parkeerplaats en nu komt ie met een mannetje er bij (vaak mannetjes, vrouwtjes hebben we nog niet gezien). Dit mannetje wordt betaald om op de auto te passen (zie Zuid-Afrika). Wanneer je cheap ass wilt doen en die peso in je broekzak wilt houden, dan heb je kans dat je terugkomt bij een opengekraakte auto zonder banden. Dan is immers alles geoorloofd en zijn de losse onderdelen van de auto handelswaar. We vinden een parkeerplaats nadat we een paar keer door het dorp zijn gecrosst en er staat ergens een mannetje. We maken at random een afspraak (soort van: hij zegt je kunt hier parkeren, wij denken mooi) en lopen het centum in. Ook hier kom je jineteros tegen die je een taxiritje aanbieden om de onoverkomelijke 4 blokken lopen (500 meter) naar het centrale plein te overbruggen. Aanlokkelijk maar nee. Ook hier blijkt dat de jinitero met een resolute no gracias genoegen neemt en de wilde verhalen over lastig gevallen worden snappen we nog steeds niet.

Het centrum van Cienfuegos bestaat uit een plein met toeristen en camera's. Daar omheen verspreid staan een aantal oude gebouwen die zijn gerestaureerd en waar voornamelijk toeristen nuttige dingen worden verkocht zoals lunch en kaartjes, souvenirs en ijsjes. Daarnaast is er een lange bouleard met winkels waar je goed kunt slenteren. Het toerisme heeft stappen gemaakt in de laatste jaren (zoals we van reizgers hebben gehoord die eerder in Cuba zijn geweest) en ook hier zijn de uitwassen te zien in de vorm van allerlei nieuwerwetse souvenirs die er vroeger nog niet waren. Buiten deze toeritische delen die zijn gerestaureerd laat Cienfuegos haar echte gezicht zien waar de toerist niet komt. Hier zijn de gebouwen vervallen (op een sommige blijkbaar rijkere Cubaanse eigenaar na) en worden er veel meer groente en fruit op straat verkocht. Net als in Havana krijgt de toerist die zich binnen de paadjes begeeft enkel de uiterlijke schoonheid van een paar straten te zien. De perla de la sud, hmmmm, de naam gaf andere verwahtingen. Cienfuegos is een leuk uitstapje voor een paar uur. Daarom overnachten we er ook niet en gaan we verder richting Trinidad. Maar eerste tanken. Tanken, daarbij word je opgelicht. Dat is een zekerheid. De toerist dient immers dure especial 94 benzine te tanken. Deze kost 1,30 peso per liter ipv de 1,10 voor 90 en 0,90 voor 84 en diesel voor 0,60. daarnast kun je nog extra worden opgelicht als je niet oplet, enkele andere toeristen is dit overkomen want een Kia Picanto heeft geen tank waar 60 liter benzine in past. Wij letten op en dat gebeurt ons dus niet.

Een leuk tussendoor weetje. Plaatsnamen in Cuba zijn internatinaal. Trinidad is natuurlijk ook een eilandstaat in de Caribean, maar ook Florida, Uruguay en Colombia zijn al gespot. A
De mooiste tot nu toe is Australia. De wereld ligt hier aan je voeten.

Trinidad, uithangbord van Cuba. Een mooi idyllisch plaatsje perfect gerestaureerd en we hebben een casa in het centrum. Alleen bestaat het centrum uit smalle straatjes met kinderkopjes. Natuurlijk hebben we een soort Chinese tank waarmee we alle hindernissen kunnen overbruggen, maar de schokdempers en onze magen worden danig getest terwijl we voortploeteren door de straatjes van Trinidad. Het centrum is overigens een wirwar van eenrichting straten waar her en der paaltjes aan het eind van een straat staan en je dus niet verder kunt. Ook liggen sommige straten open (work in progress, waarbij het lijkt als dat progress bitter langzaam wordt gemaat), zijn er straatmarkten neergezet of worden straten geblokkeerd door auto's. Daarnaast zijn er toegangspoorten tot het oude deel van de stad waar elke toerist die naar binnen wil met de auto toch een errug goede reden moet hebben. Een casa in het oude centrum hebben is overigens een goede reden. Overige goede redenen weten we niet. Na letterlijk een stuk of 8 onderbroken en opgebroken en versperde straatjes te hebben gehad, komen we na een uurtje rondrijden aan in de casa. Voordeel daarvan is dat je een city tour door Trinidad bij aankomst al hebt gedaan.

Het huis is een koloniaal plaatje waar we de keuze hebben tussen een kamer achterin met eigen dakterras met vogeltjesboom of voorin met plafonds van vijf meter hoog met koelkast en direct aan het huis. We kiezen kamer nummer 1, ook vanwege de grote boom die er achter hangt met de hoop op allerlei vogelgespuis. avondeten kun je natuurlijk bij de casa en tot die tijd maken we Trinidad onveilig door rond te lopen waar we eerder rond hebben gereden. Eerst moeten we de auto natuurlijk nog parkeren wat om de hoek kan voor 2 peso per dag bij een nrit met grote blauwe deuren. De grote blauwe deuren blijken echter overgeschilderd in een andere kleur, waardoor we eerst eens verkeerd rijden en daarna wel een paar deuren vinden in een onbestendig grijs en we besluiten om de auto daar achter te zetten. Achteraf bleek het de juiste keuze te zijn en hebben we onze banden nog steeds aan de auto zitten.

In Trinidad kun je de voorraden ook aanvullen dus kopen we de lokale TuKola (yumyum) en wandelen we van plein naar plein en van straat naar straat. Hoewel Trinidad het toppunt van toerisme is volgens veel mensen die Cuba bezocht hebben, is het geheel toch nog erg sfeervol en zijn de achterafstraatjes nog altijd echt Cubaans waar mensen je vrolijk groeten en je niet enkel in een restaurant willen hebben. In vergelijking met andere toeristische plaatsen op de wereld, doet Trinidad het nog niet zo slecht. Wat wel secht is en dat is vaak in Cuba, is het geluid en het volume van de muziek. Salsa, son, rumba, etc in een dergelijk slechte geluidskwaliteit door bars en over pleinen laten schallen is een misdaad waar ze snel wat aan moeten doen. En goede muziek is niet gelijk aan harde muziek, oi (ja opa en oma).

Avondeten in de casa beslaat wederom een geheel menu inclusief ijs toe. Wegspoelen met een paar lokale Cristal biertjes en we kunnen nog een rondje maken door de stad waar het donker is. En zowaar pakken we de tweede regenbui in Cuba die uitmondt in een hoosbui wanneer we net in de casa terug zijn inclusief lichtshow door bliksem.

11 april
Trinidad dag twee. Na een dag lopen hebben we al veel gezien van dit lieve stadje maar er zijn vast nog geheimen te ontdekken en straten te vinden die we nog niet hebben gezien. Eerst ontbijt. Een typisch Cubaans ontbijt bestaat uit fruit (krijg je als eerste en vaak wordt je geacht dit eerst op te eten en daarna komt de rest. Heb je nog fruit en wil je dit tot het laatste bewaren, verdedig je bord dan, want men is geneigd het bord mee te nemen bij het afleveren van ander voedsel), wit brood, boter, honing, kaas en ham en koffie en sap (heb je geluk: ananas, heb je pech, watermeloen).

Allereerst is het tijd om te wisselen in Trinidad. Weer een kans om ongewenst geld kwijt te raken aan malafide zwendel in Cuba. Het lukt die knakker van SBS6 elke keer als we de tv moeten gelovben maar wij falen jamerlijk. Wel is de wisselkoers in Trinidad slechter dan in Havana of is de Euro in een week tjd weer een paar procent verslechterd in wisselkoers. Een opvallende verschijning in de koersen moeten we delen. Links staan de verkoop koersen o de aanplakbiljetten, rechts de koop koersen. Hier zit een spread tussen (sjiek woord voor ruimte waarmee winst wordt gemaakt: basic bankenwereld). Bij de Euro lijkt deze logisch: 1 Euro krijg je 1,003 CUC voor. Wil je je Euro terug kopen, dan moet je 1,07 CUC neerleggen. Winst voor de bank. Nu komt het opzienbarende. Voor een Cnadese dollar krijg je 1,29 CUC en moet je 1,21 CUC neerleggen om de dollar weer te kopen (errrrrrrrr, hier valt dus winst te maken met een uitvoerige wisseltruc). Overigens is de gehanteerde wisselkoers voor die Canadese dollar wel erg sterk of is die dollar zo sterk in waarde gestegen de afgelopen tijd?

Bij het verkennen van de stad blijkt dat El juvia (de regen) van gisteren geen verkoelend weer meegenomen want wederom kookt Trinidad in de zon en tikt de temperatuur schaal de 34 weer aan.
Beneden in het dorp komen we een oude kerk tegen die tegelijkertijd dienst doet als verzamelplaats van toeristenbussen. Hier worden de toeristen in roedels los gelaten en gaan zij groepsgewijs de stad in. Getuige de grote trek aan glazig kijkende witte gezichten met camera's en petjes en rugzakken zijn er al enkele kuddes losgelaten in de stad. Schichtig loopt de toerist door de smalle straten accuraat oplettend dat zij de trek van rondrijdende auto's en motoren niet onjuist doorkruist maar tegelijkertijd toch haar belangrijkste doel (foto's maken) ter uitvoering kan brengen. Een leuk schouwspel om naar te kijken. Overigens worden de toeristen enigszins buiten het oude centrum losgelaten want de kinderkopjes en smalle straatjes zijn niet geschikt voor grote bussen.

In Trinidad is het opvallend hoeveel groepjes muzikanten op straat staan en vooral oude mannetjes met hoeden, baarden en een sigaar zijn zeer populair. Het clich'e wordt enigszins bevestigd.

In de avond eten we bij onze casa. Mercedes maakt pimientos: gevulde paprika's en tot nu toe is dit het beste eten van de reis in Cuba (noot, dit wordt getypt in Baracoa, we liggen achter met schrijven omdat Tru de tablet ook als boek gebruikt en we daardoor minder aan typen toe komen). Het is natuurlijk minder opzienbarend wanneer het eten het lekkerste is wanneer we nog geen week weg zijn Wat ook opvallend is, is dat de magische combinatie rijst met bonen weinig voorkomt. Cuba maakt gastronomische stappen, hoewel pescado (vis) en pollo (kip) wel de meest voorkomende dingen zijn. Het gidsboekje roept veel over varkensvleees maar dat komen we bij de casa's minder tegen. In de avond een rondje door de stad maar het geluid staat nog steeds hard en schel in alle tentjes dus die ontwijken we.

12 april
Onderweg naar Camaguey, maar eerst de uitdagende taak om Trinidad uit te komen en daarvoor nog het bellen van mijn grote broer die zoals gewoonlijk zjjn telefoon heeft uitstaan. We besluiten een luid en duidelijke gefeliciteerd achter te laten op zijn voicemail, dus bij deze. Het stadje inkomen was al een hele opgave, maar het stadje uitgaan was nog lastiger. Alles liep dood, stonden containers, paaltjes, bergen grind of marktjes. Maar uiteindelijk toch gelukt. Na het verlaten van Trinidad is de weg naar Camaguey een zonder moeite. Rechtdoor voor een lange tijd en af en toe een bocht, uitkijkend voor fietsers, paardenkarren, een enkele geit, voetgangers en vrachtwagens. De carretera is een ngal saaie weg maar je moet constant je ogen open houden. In het begin ben je nog verwonderd over de situatie op de weg met al die drukte en word je soms wakkeer geschud door een potkuil hier en daar. Het gevaar komt wanneer je daaraan gewend raakt en dan ineens de mother van alle potkuilen over het hoofd ziet en die jongens zijn er zeker.

Camaguey is een leuk stadje. Een ding dat we geleerd hebben over Cuba, is dat ze, toen het gebouwd werd, dol waren op pleintjes met een kerk er aan. Hierop is Camaguey geen uitzondering. Straatjes lopen van plaza naar plaza. Plaza Carmen was heel mooi, met bronzen beelden van het dagelijks leven. Een verliefd koppeltje op een bankje, een oude meneer die de krant leest, een verkoper die z'n waar aanbiedt en roddelende dames. Een zeer rustig (tranquilo) pleintje) Casa San Juan is dan weer erg sfeerrijk met gekleurde huisjes rondom het plein en een restaurant waar alle toeristen samen komen om te eten en waar in de avond muziek wordt gespeeld voor dezelfde groepsrondreis groepen.

De oplettende lezer merkt dat we quasi nonchalant wat Spaanse termen door de tekst verweven. Dit heeft zijn oorzaak in de casa's waar we slapen en vaak eten. Sinds enkele dagen zijn we in de goedverzorgende armen van casa eigenaren gekomen die geen woord Engels spreken. We zijn wel langzaam in deze culture shock gegleden. De eigenaren van CasAlta waren de eersten en bleken beide professoren te zijn. Geen Engels maar de man van het stel kon wel Frans. Dus langzaam maar zeker zijn we via de kikkertaal naar de tacotaal gegaan en worden we goede apprentices (the force is strong in this one master).Overigens hebben we de poging om Spaans te spreken bij Arnoldo een tikje laten varen want die beste man sprak zo snel dat we geen idee hadden of we si of non moesten roepen. Maar tegenwoordig praten we over het weer, de weg, het huis, Nederland, Cuba (revolucion) en dementie. Onze woordenschat verbreedt en verdiept met de dag.

Overigens is Camaguey een stad met een rijke cultuur, getuige de vele culturele casa's en een straat vol met bioscopen, filmhuizen (hetzelfde), filmposters en een internationaal filmfestival dat jaarlijks terugkeert en een week duurt. Of het een alternatief festival is waar enkel films worden vertoond over cowboys die pudding eten is onduidelijk.

We beginnen overigens een adoptieplan: vandaag liep een hond lange tijd met ons mee door Camaguey. Na eerder het voeren van een kat is dit het tweede overduidelijke adoptiegeval. We zijn de hond trouwens twee keer tegengekomen. Hier stopt het overigens niet want ook de volgende dag zet het adopteren zich voort (zie 13 april).

Het avondeten is weer zeer goed verzorgd en is tot nu toe de goedkoopste van de reis (8 CUC) en bestaat uit een kip en vis combinatie waar elke keer door de casa eigenaren veel te veel wordt gefabriceerd. Na het eten kletsen we nog een uurtje in het Spaans door (we moeten oefenen, estamos estudiantes d'espanyol) en maken nog een rondje langs de pleintjes.

13 april
Van Camaguey naar Santiago de Cuba. Dat is een beste kluif. De professoren hebben eerst een goed ontbijt voor ons verzorgd dat ook traditioneel van aard is met fruits, brood en ei. Het is tijd voor de adiossen en we starten het Chinese monster om de mega afstand te overbruggen. Rond 9u in de ochtend vertrekken we en laten Camaguey achter ons. Camaguey wordt overigens omschreven als een stadje met een onoverzichtelijk centrum. In vroegere tijden waren de stadsontwerpers van mening dat een onlogische opbouw van de stad een zekere mate van bescherming zou verzorgen. Piraten etc zouden in de war raken en rondjes gaan lopen zonder ooit bij belangrijke gebouwen te komen. Deze veronderstelling bleek echter niet juist en Camaguey werd meerdere malen door piraten bezcht en ontdaan van waardevolle spullen en vrouwen. Misschien ligt een oorzaak in de kerktorens die duidelijk boven de andere gebouwen uitsteken en daarmee voor zowel de piraten als de toeristen bakens zijn waar men zich in de stad bevindt.

De weg naar Santago is lang en recht zonder al te veel afleiding langs de weg. Enkel de verplichte karren en fietsen en voetgangers moeten geslalomd worden. Zo kan het voorkomen dat op een deel van de route die bekend staat als de A1 (jawel) er ineens een soort van rare drempel in het wegdek zit die de schikdempers en assen test. Met een behoorlijke klap word e wakker geschud en denk je, wat de $%#^ was dat. De auto rijdt nog door en het lijkt er op dat de duke boys ook deze slag hebben weten te doorstaan (er gingen nogal wat general lees ten onder aan de opnames overigens). Rond 15u komen we aan in Santigo de Cuba. Wat weten we over Santiago de Cuba? Het schijnt de 2e grootste stad in Cuba te zijn (Havana is de grotste en kent vier keer zoveel inwoners) en Santiago is bekend als de muziekhoofdstad van Cuba. Getuige de hoeveelheid muziek die je in de rest van het land al tegenkomt, moet dit bijzonder zijn. Santiago en de hele oostkant van Cuba kent overigens een mix van Europees en Caraiben. Het is het meest laid back deel van Cuba waar een caribic vibe aanwezig is. Santiago is natuurlijk weer een oude stad met de nodige pleintjes en kerkjes en oude stadsdelen vol huisjes uit de antieke tijd.

Onze Casa zat, zoals voor ons gebruikelijk vlakbij het centrum. Ook hier kwamen we weer een interessant fenomeen tegen: het fenomeen van afgesloten straatjes. Wanneer hier gewerkt wordt aan een pand, wordt er een houten stelling tegen aan gebouwd met dwarsbalken die op de weg staan en sloopafval wordt op straat gedumpt om later opgehaald te worden. Dit later kan zijn volgende week, volgende maand of misschien zelfs volgend jaar. Het is in ieder geval niet Manana. Het zorgt weer voor een toeristische route naar de casa waarbij we dwars over het centrale plein crossen. Centrale pleinen zijn altijd goed te herkennen aan de grote hoeveelheid bleke gezichten, driekwart broeken en camera's die hun habitat daar hebben. Dat maakt het een makkelijk herkenningspunt. Daarnaast valt een centraal plein op vanwege de relatief grote vlakte zonder bebouwing.

Bij de casa gekomen kunnen we de tassen dumpen en onze intrek nemen in een habitacion aan het eind van de casa. De eigenaren kunnen alweer enkel Spaans waarmee onze cursus Spaans verdere vormen kunnen aannemen. Positief punt aan Cuba is dat er geen check in en check out tijden zijn bij een cssa, waarbij je natuurlijk wel op een gegeven moment gevraagd zal worden wanneer je op een dag weggaat wanneer je om 5 uur in de middag er nog rondloopt. De auto moet in een straat verder worden geparkeerd om het rituele banden afsloop spektakel te voorkomen. Onder het waakzame oog van deze 75-jarige vrouw zou de auto de komende twee dagen weer safe zijn.

In het centrum aangekomen blijken veel mensen wel weer iets van ons te willen (eten, overnachtingsplek verkopen aan ons, t-shirts en zeep, slippers, shampoo van ons krijgen). Wat opvallend is aan Santiago is het relatief kleine deel van het centrum dat is opgeknapt. Ga je iets van het centrum weg dan kom je snel in grijze buurten die minder toeristisch zijn en daarmee al snel ook veel interressanter. Daarnaast kent Santiago veel musea (onder andere het carnavalsmuseum (wereldberoemd in juli) en nog wat vage revolutiemusea. Fidel, Raul en co hebben namelijk in 1953 een mislukte actie opgezet om het Batista regime om te werpen. Jawel, twee onbewaakte doelen werden veroverd (goed bezig) maar een derde (de barakken van het leger) werd na een kort chaotisch vuurgevecht waarbij de troepen van Fidel (een man of 100) uitblonken in rondrennen in verschillende richtingen zonder te weten waarheen werden teruggedrongen. Een paar jaar later werd een nieuwe poging ondernomen die wel succesvol zou zijn getuige de vele borden langs de kant van de weg die de 56 jaren van de revolutie herdenken met krachtige uitspraken.

Op het plein adopteren we een zwerver vanuit ons adoptieplan nadat deze een complete ronde vruchteloos over het plein heeft gelopen. De beste man wordt heel aanhankelijk na het krijgen van drinken, centjes en snoep en wil graag met ons kletsen in beperkt Spaans. Jammer genoeg kan de beste man zichzelf in het Spaans niet ultiem uiten en proberen we alles te interpreteren wat in veel ques en no entiendos eindigt. Na deze adoptie vragen we ons af welk volgende project op onze weg zal komen.

Eten in Santiago kun je op veel plekken doen. Jiniteros wijzen je naar de beste eetplekken van de stad en oud olympische boksers in het vedergewicht hebben ook nog wel een plek beschikbaar voor voedsel. Deze keer pakken we echter het hotel grand casa dat uitkijkt over het centrale plein. Enkel bevolkt door toeristen is dit een redelijke uitdaging voor ons maar soms moet je buiten je comfort zone gaan. We gebruiken deze avond namelijk om mensen te bespioneren die het centrale plein bevolken. Een interessante mengelmoes aan mensen brengt een aantal hoofdpersonen voor ons aan het licht. Zo is onze boksende vriend bezig om (onsuccesvol dat wel) met een aantal dames te praten, zijn er een koppeltje toeristen bevriend aan het raken met een gitarist en een mandenvlechter (de man van de toeristen is bezig met een geanimeerd gesprek en de vrouw zit er bij), is er een verkoper van suikerstroop snoepjes, zijn er een aantal Bob Marley aanhangers (rastafari's plenty in Santiago) en er een man in een jurk uitgebreid aan het dansen (altijd leuk). Daaraan toegevoegd de rondcirkelende in groepen opererende toerbus gelegenheden die in de stad aankomen en allerlei locals maakt dit tot een enerverende bezigheid. Muziek is echter weinig te horen want Santiago echoot enorm wanneer brommertjes langsrijden over het plen. Voor het eten kiezen we voor lasagna en pizza. Dit vanwege ons experiment: hoe is pasta en pizza over de wereld? De pizza is slof en de pasta is een beetje saaiig, conform verwachting en gidsboeken, wat ons zeer tevreden stelt. Op deze wijze doen we toch weer een lakmoesproef tav de juistheid van opgenomen informatie in deze boeken. De daiquiri en het toetje maken veel goed. Het toetje van een Duitstalige jongedame(chocoladetaart) is zo hard dat een beitel nodig is om er stukjes van af te kunnen breken. We weten overigens niet hoeveel lepeltje er zijn geneuveld bij het opeten van het tartje. Het had wat weg van de great escape.

14 april
Een nieuwe dag met nieuwe kansen. Santiago centrum blijkt relatief klein te zijn en dus besluiten we naar berg la gran piedra te gaan. Het gerucht gaat dat er een fantastisch uitzicht is en een overweldigende wildlife. Nou, dat lijkt ons wel wat. Lui als we zijn rijden we de hele berg op. Overgens laat Santiago weer andere gevaren zien ten aanzien van rijden dan enkel de potkuilen die naar verloop van tijd in het wegdek komen. In vergelijking met dit fenomeen vallen potkuilen in het niets. Het zijn de putdeksels. Deze zijn weggewerkt in halve canyons. Het is volgens ons voorgekomen dat fietsers hier in zijn gereden waarna er nooit meer iets van ze vernomen is. Met je autoband in een putgat rijden staat gelijk aan been amputeren van een paard en de enige remedie voor die kwaal is afschieten van het ame beestje. Bij elk kruispunt moet je je positie op de weg verdedigen ten opzichte van de Cubanen want niemand wil door deze gaten rijden. Houd je ogen open. Heel goed open.

Daarnaast maken we kennis met het Cubaans winkelen. Cubaans winkelen vindt plaats in Cuab wanneer je op zoek bent naar bepaalde goederen maar deze niet kunt vinden omdat ze niet beschikbaar zijn. In ons geval: men nemen een auto met weinig bezine en een weg die een berg opgaat. Dan wil je eerst de tank volgooien. In een stad als Santiago, de tweede grootste van Cuba geen probleem; denk je. One GPS laat bovendien de lokaties van tankstations zien (een zwaar gelukje anders had deze expeditie veel langer geduurd). het als eerste geidentificeerde tankstation bestond niet meer. Het was zijn levenm verder gegaan als onderdeel van een soort van winkelgebied. Dan op naar de volgende. Dit stationnetje had alleen maar diesel beschkbaar. NIet getreurd: er is er nog een in de buurt. Especial voor de toerist is er niet. Onthoud: je hebt een Chinese auto die bij de minste of geringste ellende (lees normale benzine die in Cuba een tikje wordt aangelengd) compleet stil komt te liggen. Maar we krijgen een tip. Er schijnt een station te zijn dat nog especial heeft. Nu moet je snel zijn voordat dit bericht zich verspreidt door de hele toeristengemeenschap. Daar aangekomen is het wachten in de rij. Tanken is een geduld kwestie in Cuba en daarnaast moet je opletten. Want die vuilakken willen niks liever dan je oplichten en al je centen meenemen. Maar ook deze keer gebeurt dat niet (SBS 6 dikt de zaken toch niet aan in dat kwaliteitsprogramma van ze?). Al met al ben je na een uur Cubaans shoppen klaar voor de rit naar de berg.

We gaan op weg en jaaaa, we worden voor de 2e keer gecontroleerd! Alle papieren hebben we weer nodig en we mogen wat vragen beantwoorden wat we gaan doen. De prijs bij een goed antwoord is: je mag doorrijden. Blijkbaar doen we het goed (we kijken op ons onnozelst en dat kunnen we wel) en we mogen op oad. Maar als we net lekker rijden doemt er een klein blauw oud autootje voor ons op die het moeilijk heeft met de klim. Na een tijdje achter autootje plakken, besluiten we een pauze in te lassen van 5 minuutjes. Inhalen kunt u wel vergeten op de smalle bochtige weg zonder uitzicht, dus nemen we het er van. Maar na de pauze 5 minuutjes rijden weer hetzelfde probleem. Dus we herhalen het pauze fenomeen nog maar een paar keer. Bijna helemaal bovenaan kunnen we parkeren. Maar geen parkeermannetje te vinden. Dat is raar, want parkeermannetjes hoeven eigenlijk niks te doen, maar verdienen veel centjes.Misschien is de handel in autobanden boven op een berg minder lucratief dan in het centrum van de stad. Vlakbij de top kunnen we kiezen uit met de trap omhoog, of om bergtop heen te lopen. Deze wandeling duurt iets langer, maar is wel gratis. We willen julie niet teleurstellen, dus uiteraard hebben we voor gratis gekozen. Eigenlijk niet omdat het gratis was, maar je bent er om van de natuur te genieten en de temperatuur was een aangename 25 graden (lekker koel, want in het dorp was het 34 raden). Op de berg genieten we deels van een prachtig uitzicht. Deels, want er komt opeens veel bewolking en mist en na een korte tijd is er van het uitzicht weinig meer over en heb je het idee dat je in een slechte verfilming van een Stephen King horror zit. Aan de achterkant van de berg is geen mist dus we kunnen via de omweg door de droge rivierbedding weer naar beneden. Naar beneden gaan doen we lang over, er zijn wat vogels en de temperatuur is te aangenaam. Elke minuut niet in de zwetende oven beneden (waarom doen die mensen aan salsa man?) is er eentje minder. Daarnaast is er nog een paars gele kever gesighted en dat duurt lang voordat je die op de foto hebt. Op onze weg terug checken we nog een strand voor Cubanen uit waar het druk is, het is immers een weekje vakantie voor de kids. Kids doen met vakantie hier niets liever dan in de zee of in een rivier liggen.

In de avond eten we bij onze casa. Aardappelpuree is favoriet bij Tru en zwarte bonensoep bij Arlo want daar kun je rijst bij in gooien. Wat zijn ze toch normaal gebleven...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Trudy

Avonturen van Trudy en Arlo in de wereld

Actief sinds 31 Jan. 2008
Verslag gelezen: 284
Totaal aantal bezoekers 73131

Voorgaande reizen:

24 Juli 2023 - 24 Juli 2023

3x is scheepsrecht

14 Juli 2022 - 14 Juli 2022

Op zoek naar de impossible 5

26 Oktober 2019 - 26 Oktober 2019

Roadtrip

02 December 2018 - 02 December 2018

Grote smurf, bolle smurf en kleine smurf in Spanje

21 September 2017 - 21 September 2017

Do you come from the land down-under

29 Maart 2015 - 29 Maart 2015

Fideldideldidel

12 Oktober 2014 - 12 Oktober 2014

Lalalal a big in... , tonight, big in ..lalalala

29 Augustus 2013 - 29 Augustus 2013

3 Groningers op avontuur in Zuid-Afrika

20 Februari 2013 - 20 Februari 2013

Florida

10 Augustus 2012 - 10 Augustus 2012

Nieuwe avonturen van Arlo en Trudy in Madagascar

29 November 2010 - 22 December 2010

Arlo en Trudy in Vietnam

09 Oktober 2008 - 14 November 2008

Mijn eerste reis

10 September 2011 - 30 November -0001

Honeymoon in Maleisie

Landen bezocht: