Wat heb jij een grote neus.... - Reisverslag uit Bandar Seri Begawan, Brunei van Trudy Weij - WaarBenJij.nu Wat heb jij een grote neus.... - Reisverslag uit Bandar Seri Begawan, Brunei van Trudy Weij - WaarBenJij.nu

Wat heb jij een grote neus....

Door: Wij

Blijf op de hoogte en volg Trudy

02 Oktober 2011 | Brunei, Bandar Seri Begawan

22 september
Op het programma vandaag staat: rondlopen in het stadje (deel 2) en naar een grote shopping mall gaan. Die hebben we deze vakantie namelijk nog niet gehad. Bovendien is het een goed excuus om de hitte van de middag te ontvluchten.
Georgetown is een oude Engelse kolonie en vanuit oudere tijden onderdeel van de driehoek Singapore, Melakka, Georgetown, de belangrijke havensteden van zuid-oost Azie in de koloniale tijden. Georgetown is tegenwoordig een stad met een relatief hoge welvaart, veel industrie en zoekend naar nieuwe manieren om toeristen en locals naar zich te lokken. Het belastingvrije winkelparadijsdom heeft het overgedragen aan het eiland Langkawi dat iets ten noorden ligt van Penang. Als eerste liepen we door Little India (elke stad heeft een Little India en Chinatown). In tegenstelling tot de complete chaos van Little India in Singapore was deze Little India kleurrijk, lawaaierig (ze houden immers van harde muziek) en sfeervol. Overeenkomstig met alle Little India’s is dat ze er geweldig naan brood en even geweldige curries hebben. Naast Little India een aantal tempels gezien met alleraardigste Chinese mensjes erbij en een aantal rijke nyonya en baba huizen. De nyonya’s (vrouwtjes) en baba’s (mannetjes) zijn afstammelingen van Chinese immigranten die zich in de 15e en 16e eeuw in Maleisie gingen vestigen. Zoals zoveel Chinezen begonnen ze direct te handelen, resulterend in grote koopmanshuizen vol rijkdom, kitsch, opsmuk, versieringen etc. Een aantal van deze huizen zijn erg goed bewaard gebleven en zeker het bezoeken waard. Toen werd het middag en kwam de hitte als een warme deken over ons heen. Als het een elektrische deken was dan stond deze op de stand overspannen. Tijd om te vluchten naar het winkelcentrum. De taxichauffeur was een praatgrage Indier waar we gedurende een half uur over voetbal, Maleisie, Indiaas eten, toeristen, ontwikkelingen in Penang, het winkelcentrum en het weer hebben gepraat (onder andere, er waren volgens ons nog een tiental onderwerpen, de beste man had er zin an). Aangekomen bij het winkelcentrum hebben we hem nog bedankt voor het gesprek en toen was het shop tijd! Shop tijd bij ons houdt echter meestal in dat we overal langslopen, mensen kijken en kijken welke spulletjes je allemaal KUNT kopen en dat vervolgens niet doen. Ook deze keer werd deze tactiek gevolgd. Wel hebben we met z’n tweeen een bak ijs van 800ml opgegeten. Dat is een behoorlijke prestatie als je nagaat dat ook hier weer de openbare ruimte politiek van Maleisie werd gevolgd: airco op 15 graden. Dat was dan ook direct het grote bezwaar van dit winkelcentrum. Je kon er niet winkelen zonder je als een Michelinmannetje uit te dossen. De koffie en theeshop die reclame maakte met keep the winter out was heel toepasselijk. Ook kon je er dikke winterjassen kopen. De airco leek hier dus een marketingstrategie. Op de bovenste verdieping vonden we nog wel een spelletjesarcade en daar konden we geen weerstand bieden tegen de lokroep van tafelhockey en hamerspelletjes. Ja, Tru heeft Arlo twee keer ingemaakt met tafelhockey. Ook, omdat dit etablissement op de bovenste verdieping lag en we de natuurkundige theorieen volgden dat warmte naar boven gaat, leek het hier ook inderdaad een tikkie warmer, of dat kwam vanwege het zweet wegvegen dat ontstaan was door al onze inspanningen.

Terug naar Georgetown met de bus, dachten we. Volgens de info die we hadden moesten er iig 3 verschillende bussen richting hotel gaan, maar alle buschauffeurs wisten van niks. Toch maar weer de taxi. Snel nog even via het hotel de taxi voor de volgende morgen 5.15 regelen, dan hoeft dat niet meer.

23 september
Keurig op tijd stonden we om 5.10 in de lobby van het hotel. Nog eventjes wachten op de taxi en dan vliegen naar Kuching, borneo. Maar… om 5.30 was de taxi er nog niet. Hotel personeel gevraagd. Die ging op zoek…en ja hoor, op de parkeerplaats bij het hotel stond een taxi met een chauffeur er in die aan het slapen was. We noemen hem maar mister lazy. Hij reed de taxi voor, deed zijn deur open en riep dat de achterklep open was en bleef zitten. Nu zijn we natuurlijk er zelfstandige reizigesr en kunnen we prima onze rugtassen zelf dragen maar af en toe een beetje hulp weten we zeker wel te waarderen. Tijdens de rit kwam er ook niet veel uit, hij scheurde wel erg hard. Misschien kwam dat wel omdat Tru hem nog even een beetje opjutte door te zeggen dat we binnen 20 minuten op de luchthaven moesten zijn of hij wilde zelf graag weer zijn nest opzoeken om zijn onderbroken schoonheidsslaapje weer op te pakken. Op de luchthaven deed meneer lazy weer hetzelfde grapje. Liet ons er uit en we mochten onszelf redden met de rugtassen. Daardoor werden wij erg onhandig en moest meneer de taxi chauffeur waarschijnlijk zelf halverwege uitstappen om zijn achterklep weer dicht te doen. Sommige verkeersdrempels zorgen er immers voor dat achterklepjes van auto’s spontaan verder openklappen, vooral als onhandige toeristjes de klep niet helemaal dicht hebben gedaan. De vlucht met AirAsia was afzien. De afdeling beenruimte moest bezuinigen en voor sommige mensen met een normale lengte (boven de 1,70 meter) was het al vouwen.

In Kuching werden we opgehaald door Lars, een Noor die nu 7 jaar in Maleisie woont met zijn Maleisische vrouw Liza en hun dochtertje Freya. Ze hebben een homestay in de jungle. Na wat relaxen zijn we gaan jungle shoppen. Dit houdt in door hun achtertuin rondlopen ( 7 hectare die bestaat uit jungle en vruchtbomen) en van alles voor het avondeten verzamelen. Zo heeft Arlo twee bananenbomen omgehakt. Hier komt nog weer een educatief stukje: aan éénn bananenboom komt grote tros bananen aan ( Tru zegt met een stuk of 30 bananen, Arlo zegt een stuk of 100) als de bananen nog groen zijn hak je de hele boom om. En dan zal er weer een nieuwe bananenboom naast gaan groeien.
Verder hebben we jonge jungle varens geoogst, durian vruchten, rare spinnetjes gezien, wilde gember geoogst, in een nest met fire ants gestaan die vervolgens wild de sokken gingen aanvallen (Tru vond het nodig om deze facultatieve excursie uit te voeren), citroen gras, sarawak olijf ( dit lijkt op een soort olijf, maar de smaak lijkt er totaal niet op), rare vruchtjes en sarawak peper.
Tijdens de lunch en avondeten hebben we heerlijke maaltijden gehad bereid met deze ingredienten. Vooral de sarawak olijf en de varensalade waren erg lekker!
Aan het begin van de avond hebben we nog even door de landerijen geslopen met een zaklamp op zoek naar slangen, nachtdiertjes en allerlei ander gespuis. Helaas kwamen we niet verder dan een grote wandelende tak. Dat is natuurlijk ook een hele prestatie om in het pikkedonker een insect dat op een tak lijkt in de bossen te vinden.

24 september
Apentijd. Echte apen. Geen rotpubers of vervelende mannetjes die je apen noemt. Maar ook geen kleine krijsapen die veel lawaai maken maar verder weinig voorstellen qua omvang. Echte grote apen: orang oetangs. En niet in de dierentuin, nee, in het semi-wild. Sja, niet in het echte wild, maar het komt er dicht tegen aan. Na vroeg opstaan en een voedzaam ontbijt, via de rivier terug gevaren naar het busje van onze Noorse gastheer. Op naar het opvang- en rehabilitatiereservaat Semonghoh in de buurt van Kuching. Het was een feestdag in Kuching, de gouverneur van Sarawak was jarig en iedereen had een vrije dag. Wat doe je op een vrije dag. Juist, de schoolkinderen hadden een excursie naar de orang oetangs. En het blijft opvallen, waar ter wereld je ook bent, er staat altijd een bus vol Nederlanders voor de poort. Lars zei dat hij het in zijn jaren dat hij bij Semonghoh kwam nog nooit zo druk had gezien. Toch mooi dat we dit soort unieke momenten vaak tegen komen. De apen hadden echter ook door dat dit een belangrijke dag was waarin ze al hun charme tentoon moesten spreiden en ze waren er ook allemaal: van de clan chief waar je geen ruzie mee wilt tot de kleintjes. Semonghoh herbergt een groep van 26 orang oetangs die worden bijgevoerd op vaste tijdstippen gedurende de dag. Om 9 en om 15 uur worden ze gevoerd omdat het gebied te klein is om te overleven zonder bijgevoerd te worden. Dan mogen ook de toeristen een uur toekijken hoe de apen eten en verwacht dan ook veel filmgeratel, fotogeklik, ooohsss en aaaahsss in Maleisisch en Nederlands. De ochtendvoeding is beter dan de middag, de temperatuur is lager, de apen zijn actiever en ook jezelf als bezoeker is actiever. Om 15 uur sta je een beetje in je eigen sop gaar te koken terwijl je naar een stel lusteloze apen kijkt die zich om 9 uur ’s ochtends al hebben volgegeten. Ga dus om 9 uur. Dan heb je ook nog wat aan de rest van de dag. Een spannend moment was nog een hoop gegil door een van de eerder genoemde schoolmeisjes die op slippertjes over het pad naar de apen liep. Door merg en been schreeuwde het lieve kind iedereen bij elkaar. Had Borneo zijn eigen Bokito verhaal? Was er een grote Orang Oetang wild geworden omdat ze iets te veel haar mooi wit gepoetste bijtertjes aan hem had laten zien? Nee, het was een bloedzuiger die zich had vastgeketend aan haar voetje, op zoek naar zijn oh zo benodigde voedingsstofjes. Vis beest.
Na de apen een long house bezocht. De longhouses hier kun je zien als allemaal huisjes die via een grote steiger van 1,5m hoog met elkaar verbonden zijn. De grote steiger heeft een overdekt gedeelte wat de mensen gebruiken om te eten en samen te zijn, het gedeelte dat niet overdekt is gebruiken ze om bijvoorbeeld geoogste producten te drogen, of de was. De stam bestaat nu uit vredelievende mensen, maar voorheen waren het de koppensnellers. In het rondhuis hingen ook nog wat schedels ter decoratie. Hierna zijn we naar Kuching gegaan en hebben we afscheid genomen van Lars.
We hadden het plan gevat om de volgende dag naar Bako NP te gaan, maar er was geen accommodatie beschikbaar, maar wel kampeergebied. Na onze vraag of deze al volgeboekt was bleef het even stil aan de andere kant, want dit was een ongewone vraag. Mensen kamperen niet zo vaak in Maleisie. Ons leek het wel grappig om te kamperen tussen de makaken (aapjes), maar ze verhuurden geen tent. We moesten dus op jacht naar een tent, huur danwel koop. Een koud kunstje voor ons aangeboren talent, de man als jager, op jacht naar de tent, de vrouw als shopper, winkelen naar een tent. De eerste stap was vragen aan de hotelmensjes, waar we hier ergens een tent konden halen. De hotelmensjes wisten echter van niks. Dus maar opgesplitst en door de stad gerend. Helaas was het nog steeds nationale feestdag dus vanalles was dicht. Het Hilton verhuurde geen tent en wist ook niet waar ze dat wel deden in de stad (lekker koel by the way in the lobby van Paris’ papa’s hotel), touroperators die open waren verhuurden geen tent. Het jagen/ winkelen naar een tent leek een onmogelijke opgave geworden. Gelukkig had Tru het geweldige idee om met Lars te mailen om te vragen of die nog wat wist. Half uurtje later na aanwijzingen van Lars onderweg naar de winkel, hopend dat het personeel van de Sarawak mall niet meedeed in het feestgedruis van de gouverneur (we hebben de beloofde optochten eigenlijk nooit gezien, de enige aanwijzingen van een feestje waren dubieuze Chinese artiesten die rare muziek zongen en een of andere dansact ergens in de stad). Aangekomen in het winkelcentrum (jawel, met airco, fleeceje iemand?) was DE tentenwinkel van Kuching open (er is namelijk maar 1 winkel die tenten verkoopt). Ze hadden nog een tent ook en ook nadat Tru bij het vierde geprobeerde luchtbed tevreden was konden we met tent en luchtbed op pad. Bako here we come!
Nu wil ik eigenlijk nog even uitweiden over het weer, een van de belangrijkste onderwerpen van de algemene dagelijkse gang van zaken. We hebben er nog zo weinig over gehad. Waarom eigenlijk? Simpel, het weer is gewoon goed, ja het is warm, maar onze ponchootjes zitten nog steeds netjes opgevouwen in hun zakjes, die twee sputters water die we hebben gezien waren te verwaarlozen. Het weer doet eigenlijk wat het hoort te doen, ’s nachts is er een regenbuitje, overdag is het droog. Als er niks te klagen is over een bepaald onderwerp en dan vooral het weer, dan wordt het meestal niet genoemd. Maar bij deze, dank u wel oh weer tot nu toe, ga zo door!

25 september
In Bako kom je door vanuit Kuching vanaf het busstation, of ergens op de route, in bus nummer 6 te springen. Dan kom je aan in het hoofdkwartier vanwaar je een bootje kunt charteren. Hopelijk zijn er andere toeristen met wie je het bootje kunt delen, anders moet je de 47 ringgit (ong 11 euro) helemaal alleen lappen.Na een half uurtje speedboaten wordt je bij vloed bij de jetty afgeleverd, of bij eb op het strand en moet je een stukje waden. Bij ons was het vloed, dus we hadden geluk.
Na het inchecken al onze spulletjes zo ongeveer gedumpt in het baggage hok. Je wilt liever niet al gedurende de dag je tent opzetten, want dan is er een grotere kans dat de apen het stuk gaan maken én er was nog een kans dat er mensen met reservering niet op kwamen dagen, en dan konden we alsnog op een normaal bedje. Verder werd ons de belangrijkste basisregel verteld: registreer bij het inschrijf punt waar je heen gaat wandelen en registreer jezelf weer als je terug bent. Later leren we hoe belangrijk dit is….to be continued….
We hebben eerst een wandeling gemaakt, het Pako pad, die zou naar een mooi strandje gaan, 800 meter. Nou, 800 meter, dat doen we zo even. Maar Bako is veel warmer dan elke plek waar we tot nu toe geweest waren, er staat namelijk verrassend weinig wind, ondanks dat het een park aan de kust is. Dankzij het feit dat Bako aan de kust ligt is de vegetatie ook nog eens iets dunner dan in andere jungles waardoor de zon de bodem beter kan bereiken en ook je eigen schedel die daar zich ergens anderhalve meter van de vloer beweegt, sneller aanvoelt als een bord hete pap. Ook waren het smalle jungle paadjes waar je bergjes over moest klimmen. Na ongeveer 1,5 uur waren we op het strandje. Dit kwam niet alleen door ons slome tempo, ook moesten we onderweg staren naar de flora en fauna die Bako rijk is. Vlak bij het inschrijfpunt kwamen gelijk al neusapen tegen. Neusapen zijn redelijk grote apen, ter grootte van een chimpansee met je raadt het al een hele lange…staart en ook heeft ie een nogal opvallende neus. En we kwamen het bebaarde zwijn tegen. (dit is even een letterlijke vertaling vanuit het Engels, geen idee hoe we dit dier in het NL noemen) Dit zwijn heeft dus ook weer een soort baard, hoe verrassend. Verderop nog een familie neusapen gespot die druk bezig was met de bossen slopen. Het is verbazingwekkend hoeveel vocht het menselijk lichaam in anderhalf uur kan aftransporteren via zweet. Wanneer zweetdruppels over je neus naar beneden lopen terwijl je aan het lopen bent, je shirt aan je rug plakt en je voeten een soppend geluid maken in je sandalen, dan weet je, het is warm. De wandeling eindigde bij een strand waar het relaxtijd was en tijd om de zwarte vlekken die voor de ogen begonnen te dansen weg te knipperen.
Het vervelende van lange, doodlopende paden in de hete zon is dat je ze uiteindelijk toch terug moet lopen. De terugweg ging iets makkelijker, weer kwamen we onze vriendelijke knorrende neusapen tegen die we een paar keer op de gevoelige plaat wisten te leggen. De neusaap is echter wel een tikje bescheiden en verlegen maar dat zou jij ook zijn als ze een dergelijke grote gok had. Terug bij de mannetjes van het park en jawel, ze hadden een kamer beschikbaar. Al dat tentjagen was dus voor niks. Een bed is toch comfortabeler dan een matje en de kans dat een stel makaken je tent leegroven in ogenschouw nemend kozen we voor het bed. Eigenlijk zouden ze kamperen gewoon moeten aanbieden in Bako als close encounter with monkeys of monkey experience. De avond kwam en er was beroering in het park. Er was onrust. Er heerste een stemming van ontzetting. Iemand was niet teruggekomen uit het park. Het systeem van registratie had gefaald. De beste man van 74 jaar oud was zonder zijn naam op het papiertje in te vullen de jungle ingegaan en niemand wist waar hij was. Ook had hij de dag ervoor al een wandeling gemaakt en was onwel geworden. De nacht kwam en hij was niet terecht. Er werd een zoekactie op touw gezet voor de beste man waarbij een man of 30 in de bossen naar hem zocht. De man was onderdeel van de Nederlandse toergroep van Djoser en hij reisde alleen met deze groep. Wat kun je op dit moment als relatieve buitenstaander niet doen: grapjes maken over meer ruimte in de bus voor de overige reizigers is not done. Wat kun je als buitenstaander wel doen: je sympathie uitdrukken en als je Trudy bent ’s nachts over de betreffende man dromen. Het tweede heeft geholpen want de volgende ochtend gingen we het park in en terwijl Tru over het pad naar boven klom kwam ze een bezwete man tegen zonder shirt en half verward. Een kort vraaggesprek leverde op dat het de betreffende man was.
Tru: “wow, you are early’
oud menneke (OM): “Well, early, early I stayed” (ondertussen strompelde hij zo’n beetje het pad naar beneden af)
Tru: Spreekt u ook Nederlands?
OM: jahoor
Tru: Dus u heeft hier overnacht?
OM: ja, klopt mompel
Tru: En u bent 74jaar oud?
OM: klopt
Tru: Dan bent u de vermiste meneer
OM: dat zou best eens kunnen kloppen.

Dus meneertje maar wat te drinken gegeven. Hij wilde nog alleen terug lopen, maar aangezien hij niet meer helemaal recht liep en vervolgens ook het verkeerde pad in wilde slaan stonden we erop om hem toch te begeleiden.
Hij was verdwaald geraakt en had toen het donker was een bron opgezocht en had daar de nacht doorgebracht. Chapeau voor het overlevingsinstinct van deze iets op leeftijd zijnde meneer. We hebben hem afgeleverd bij de Djoser groep waar de kans op extra beenruimte in de bus voor de overige deelnemers verloren ging, maar waar de gezonde terugkeer van de verloren gewaande reisgenoot daarvoor meer voldoening gaf. Vanaf dat moment waren wij bekend als die mensen die Hans terug hebben gevonden. Gedurende de de dag hooren we dus ook af en toe: aaaaah, dus jullie hebben hem gevonden….vertel waar dan.

Korte samenvatting voor Bako: heel erg leuk parkje die je zeker niet moet overslaan en waar je eigenlijk wel zou moeten overnachten om van de gezellige sfeer te proeven. Neusapen zien is volgens ons wel gegarandeerd en de mensen zijn heel erg vriendelijk.
Op sommige websites staan de slaap en eetgelegenheden van Bako niet goed bekend/ krijgen ze slechte reviews. Het was dan ook geen 5 sterren resort, maar goed, je bent in een nationaal park in de jungle. De bedden waren schoon en je kunt vanaf ’s morgens uur 0f 9 tot ’s avonds uur of 7 verschillende gerechten krijgen die geserveerd worden als buffet. Niet al het eten is nog warm, maar het smaakt goed en het is voedzaam.
Helaas was dat slechts voor een korte tijd, aangezien onze tijd in Bako ten einde kwam. Terug naar Kuching voor onze laatste nacht daar en nog even te genieten van de stadse beschaving voordat we de groene jungle van nationaal park Mulu in zouden duiken.

27 september
Met een binnenlandse vlucht gevlogen van Kuching naar Mulu, waar we ongeveer om 11u ’s morgen aankwamen. De bagage werd op een karretje door mankracht naar de bagageband geduwd. Nou ja, bagageband: bagagetafel :). Vanaf daar een jeepje gepakt naar ons hotel voor 5 ringgit. Anderhalf kilometer lopen met een rugzak om, sja, je moet als backpacker je energie sparen voor de momenten die er toe doen. In het hotel was onze wensbestemming, de tour naar de garden of eden al volgeboekt (#%@^@). De garden of eden moet je je als volgt voorstellen: je hebt in Mulu hele grote grotten, echt groot, daar passen hele steden in. En in eentje ook een complete jungle. De jungle is daar gekomen omdat een gedeelte van het plafond naar beneden is gekomen. Regen kan vrij naar binnen komen, zaden van bomen en struiken ook en zie daar na x miljoen jaar regen en zon: jawel een complete jungle met watervallen etc. Heel idyllisch, heel Jurassic Park, maar helaas niet voor ons.
Terwijl Taman Negara en Bako vooral bekend staan om de verschillende bijzondere dieren die er leven staat Mulu bekend om haar grotten en de vleermuizen. Maar er is wel jungle.
We verblijven in de accommodatie van het Nationaal park zelf en het is hier een stuk luxueuzer dan Bako, maar de intieme gezellige sfeer mist.
Het plan voor de komende 3 dagen: vanavond nacht wandeling met gids, met de bedoeling om de nachtdiertjes te zien. Morgen 2 grotten bezichtigen, de Windcave en de Clearwater cave. Dit weer onder begeleiding van een gids. En de laatste hele dag naar de Deer en Lang Cave en dan ’s avonds naar de vleermuizen kijken die met miljoenen tegelijkertijd de grot uit vliegen.
Wat bij aankomst meteen opviel was dat alle paadjes mooi aangelegd zijn, dus of je loopt op planken een halve meter van de vloer, of je loopt over een beton pad. Mulu is rond het hoofdkwartier dus niet echt een heel avontuurlijk park. We hebben hier een theorie over waarom dit zo is gedaan. In de beginjaren van dit park waren deze paden er waarschijnlijk niet, en omdat Mulu in de middle of nowhere is, was verdwalen in de jungle nogal gevaarlijk. We kennen allemaal de toeristen wel die zonder nadenken allerlei waaghalzerij uitvoeren. De man die het warm had in zijn tentje in Afrika en buiten ging slapen in zijn slaapzak waarna ze alleen zijn bril en camera nog vonden, de mensen aan onze Noordzeekust die te ver de zee in zwemmen en enkel na een dregactie weer terug komen. Zo ook hier zullen er wel avonturiers zijn geweest die lollig op slippers de jungle in liepen met te weinig water en dan nooit meer terug zijn gekomen. Om dit te voorkomen is een strikt padbeleid uitgevoerd: u dient te lopen over de houten en betonnen paden, u dient te registreren waar u heen gaat, er zijn maar drie wandelingen die u zonder gids mag uitvoeren. Hierdoor gaat het avontuurgehalte natuurlijk naar beneden, een echte jungle verken locatie is Mulu dus niet. Je gaat er heen voor de grotten en de jungle dient als omgeving.
De nachtwandeling was leuk, verschillende grote spinnen gezien, veel wandelende takken en veel sprinkhanen en krekels. En als bonus nog een slangetje en drie mooi gekleurde vogels. Alleen voel je aan het eind van een night walk altijd je rug. Twee uur lang slenteren en stilstaan is niet te doen, net als met winkelen zonder terraspauze.

28 september
Om 7.45 moesten we vertrekken om op tijd bij de grot te zijn, was ons verteld, dus redelijk vroeg ontbijten. Het ontbijt begon om 7.30 en dat hield een ding in: schuiven! Je merkt hoe voedzaam een ontbijt is als je geen tijd hebt om wat je eet te kauwen. We hadden besloten om zelf te lopen naar de wind cave omdat dit een mooie wandeling zou zijn, ook weer door een ander, kleiner, grotje. We waren de enige avonturiers aangezien we geen mensen zijn tegengekomen op de weg naar de grot toe en de bootjes die over de naastgelegen rivier scheurden best wel vol zaten met mensen. Grotten zien is blijkbaar al voldoende inspanning voor de mens die hier komt, een wandeling van een uur, met toegegeven wel een 800 tal traptreden die je onderweg moet overbruggen (hoogteverschil = zweten weten we uit vorige trecks). De grotten an sich zijn indrukwekkend, het meest indrukwekkende is naar ons idee altijd de in- en uitgang, waar wanneer je binnen komt de gigantische omvang van de grot zich voor de eerste keer laat zien. Wanneer je vanuit de grot naar buiten kijkt zie je door de uitgang de scherpe contrasten van de jungle. Beide grotten waren groot van binnen. De kamers enkele voetbalvelden groot met daarin de welbekende rotsformaties, stalagmieten en –tieten. Onze gids had er weinig zin in vandaag. Het was duidelijk dat het kleine menneke een adventure caver was (houd in hij klimt en klautert graag en is blij als hij zich door zo nauw mogelijke donkere gaatjes kan persen in grotten. Dat laatste heet rebirthing experience, moet je meemaken denk ik voordat jet het kunt waarderen). Verveeld liep hij het rondje mee, en soms bleef hij ergens achter, ons minimaal van informatie voorziend en enkel en alleen werd zijn enthousiasme zichtbaar wanneer hij het over kleine grotjes en kamers kon hebben die je vanuit de grote grotten kon bereiken. De toegevoegde waarde van onze chaperone was met andere woorden te verwaarlozen. Wij frustreerden de voortgang nog eens door op ons gemakje door de grot te schuifelen want we zijn hier maar een keer in ons leven en we willen wel het geheel in ons opnemen. Rennen over halfdonkere paden met de ogen naar beneden gericht zodat je niet struikelt helpt niet in het opnemen van de omgeving, probeer het maar eens.

Na afloop van beide grotten was het lunchtijd voor ons, de anderen gingen weg met de boot en wij hadden koude noodles (noot van Arlo: ewwwwwwwwwwwwww) en brood met pindakaas, koekjes en snoepjes. Helaas hadden we de beker voor de noodels vergeten, en van de andere gidsen mochten we niet even een kopje lenen. Dus hebben we heel heel bushtuckermen achtig een leegblikje gebruikt om de noodles te maken.
De terugweg was warmer dan de heenweg omdat het later op de dag was. Rustig aan lopen was het devies. Daarnaast was het jungle pad getransformeerd in een soort vlindertuin waar we honderden vlinders tegenkwamen. Wanneer je in een bootje terug vaart (waar je overigens verplicht een reddingsvestje aan moest terwijl de rivier op zijn diepst een metertje is) kom je deze ervaring niet tegen.
Rond een uur of 3 waren we terug in het hotel, waar we verder niks spannends hebben gedaan

  • 02 Oktober 2011 - 19:19

    Rory:

    Zo, ik ben weer de eerste met een reactie. Wel zware kost om zo'n lap tekst in een keer door te lezen.
    Zo te zien gaat alles tot nu toe goed en zijn jullie inmiddels in Brunei beland. Ik ben daarom zo vrij jullie te herinneren aan mijn eerdere "code"-bericht.
    Jullie favoriete (en enige) broer én zwager

  • 04 Oktober 2011 - 10:42

    Dick:

    Ja voor die lappen tekst moet je wel even tijd vrij maken en dat valt niet mee met dat mooie weer van de afgelopen week. Die groepsreizen blijven jullie toch wel een beetje achtervolgen ook al ben je er zelf geen deel van. Krijg je nu zeker een reischeque cadeau van djoser?

  • 04 Oktober 2011 - 18:41

    Kéa.:

    Karin en Rudy hebben een jonge zoon, geboren 4 okt.
    naam Thijs David. Roepnaam Thijs.
    Alles goed met moeder en zoon.
    groetjes en geniet van de "rest" vakantie. Kéa.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Brunei, Bandar Seri Begawan

Honeymoon in Maleisie

Op honeymoon naar Maleisie.

Recente Reisverslagen:

14 Oktober 2011

Thuus

07 Oktober 2011

Luxepaardjes!

05 Oktober 2011

Uitgegrot

02 Oktober 2011

Wat heb jij een grote neus....

25 September 2011

BUGS!!!!!!!!
Trudy

Avonturen van Trudy en Arlo in de wereld

Actief sinds 31 Jan. 2008
Verslag gelezen: 584
Totaal aantal bezoekers 73342

Voorgaande reizen:

24 Juli 2023 - 24 Juli 2023

3x is scheepsrecht

14 Juli 2022 - 14 Juli 2022

Op zoek naar de impossible 5

26 Oktober 2019 - 26 Oktober 2019

Roadtrip

02 December 2018 - 02 December 2018

Grote smurf, bolle smurf en kleine smurf in Spanje

21 September 2017 - 21 September 2017

Do you come from the land down-under

29 Maart 2015 - 29 Maart 2015

Fideldideldidel

12 Oktober 2014 - 12 Oktober 2014

Lalalal a big in... , tonight, big in ..lalalala

29 Augustus 2013 - 29 Augustus 2013

3 Groningers op avontuur in Zuid-Afrika

20 Februari 2013 - 20 Februari 2013

Florida

10 Augustus 2012 - 10 Augustus 2012

Nieuwe avonturen van Arlo en Trudy in Madagascar

29 November 2010 - 22 December 2010

Arlo en Trudy in Vietnam

09 Oktober 2008 - 14 November 2008

Mijn eerste reis

10 September 2011 - 30 November -0001

Honeymoon in Maleisie

Landen bezocht: