Oi, all inclusivo no us el thingy por nos! - Reisverslag uit Cayo Coco, Cuba van Trudy Weij - WaarBenJij.nu Oi, all inclusivo no us el thingy por nos! - Reisverslag uit Cayo Coco, Cuba van Trudy Weij - WaarBenJij.nu

Oi, all inclusivo no us el thingy por nos!

Door: Trudy en Arlo

Blijf op de hoogte en volg Trudy

25 Mei 2015 | Cuba, Cayo Coco

15 april
Oh Santiago. Vandaag laten we je achter. Je wordt geroemd door zoveel boeken, door zoveel toeristen, maar wij zijn er niet achter gekomen wat Santiago zo speciaal maakt. Het was geen carnaval, misschien was dat het wel. Muziek, sja, dat hoor je overal in Cuba en wat dat betreft is Santiago geen uitzondering. De gastheer en -vrouw zijn echter vriendelijk tot en met en het ontbijt is goed. Wel traditioneel Cubaans want iets anders is er niet. wanneer je naar de "Supermarkt" gaat, dan is de ontbijtworst die je krijgt zeer populair. In de diepvries is het een van de weinige dingen die je kunt vinden (op kalkoen na, Holguin had daar net een vrachtwagen van ontvangen en het is niet eens kerst) en dit wordt dan ook veel gekocht.

Op weg naar Baracoa. Baracoa ligt helemaal in het oostelijke puntje van Cuba. Je komt er via Guantanamo, en daarna volgens onze reisgis de meest scenic road. De Farola, slingerend over bergpasjes met verre zichten. De Farola is ook een van de wonderen van de revolutie en wordt gezien als een grote triomf in Cuba. Alles wat een weg is in Cuba kun je in principe zien als een triomf. Wanneer het wegdek daarnaast nog relatief vlak is, mag het wat ons betreft daadwerkelijk een wonder heten. Voordat je bij het slingerpadje komt ga je eerst door een dor gebied. Alle regen valt aan de andere kant van de bergen en dat zorgt voor een dor klimaat aan de andere kant. Behalve rondom rivieren die van de bergen komen is het groen en daar kom je de dorpjes natuurlijk ook tegen.

Het slingerpad doemt uiteindelijk op met de eerste bochten in zicht. Hopelijk kan onze Chinese auto dit aan, want sinds een aantal dagen knippert het lampje van de airbag. Niet dat we die nodig hebben, maar als er iets begint te knipperen kan er meer volgen. Vooral bij Chinese auto's die bekend staan om mechanisch en elektronisch falen van systemen. Een ding dat opvalt aan Cuba, is dat ze niet houden van gezellige, picnickende mensen. Nergens langs de weg staan bankjes. En naast de weg is meteen een diepe afgrond van 30cm. De Farola is ierop enigszins een uitzondering. Hier houden ze enorm van toeristen. Picknicken hoeven ze niet, maar op de drie parkeerplaatsen die de Farola kent staan er groepen Cubanen klaar om je te verwelkomen en dingen aan je te verkopen. Een stroom mensen komt op je aflopen die te vergelijken is met de stroom mensen bij de NS stations die meelopen met de treindeuren. En allemaal hebben ze iets waar je niet zonder kunt. Chocolade uit Baracoa (de chocoladeproducent van Cuba), kraaltjes, lokale cornetto's gemaakt van bananenbladeren met daarin een mix van guava, sinaasappel, honing en kokos (is best oke). Allemaal voor een CUC of ruilen tegen schoenen of kleding. De vloedgolf aan mensen konden we weerstaan omdat we toevallig de rustigste parkeerplaats hadden. Voor wie stopt bij het uitzichtpunt waar de horeca ook present is, veel succes, u bent gewaarschuwd.

Zonder kleerscheuren komen we aan in Baracoa. Baracoa is het meest Caribische stadje van heel Cuba. Dat houdt in laid back atmosfeer en rasta's. De keuken van Baracoa wijkt dan ook af van de rest van Cuba in het gebruik van ngredieten en kruiden. Hier geen rijst en bonen, maar veel meer fruiten, salsa's, vis, kreeft, kokos, gebakken bananen en allerlei mixen van voorgenoemde ingredienten. Daarnaast claimt Baracoa de oudste stad van Cuba te zijn en is het onderdeel van de geschriften van Columbus die de berg El Yunque reeds identificeert als een plat plateau dat ogenscijnlijk boven de andere bergen uitsteekt in de regio. Jawel, als iemand je zo opneemt in zijn geschriften, dan doe je mee. Ook Kaapstad en de Tafelberg werden op deze wijze beroemd en ook Rio wordt nog vandaag de dag geidentificeerd als die stad naast dat raar gevormde eihoofd bergje. Baracoa zelf kent in totaal 15.000 inwoners en krijgt vanuit het toerisme veel aandacht. Tijdens het hoogseizoen is het dorp vol met toeristen die zich tegoed doen aan vooral de omgeving van het plaatsje. Zo zijn er veel natuurgebieden in het Baracoaanse gebied, inclusief Unesco werelderfgoed. Het stadje zelf is een geinig stadje, dat je na een half uurtje al wel hebt gezien.

Overnachten doen we natuurlijk in een casa particulares en eten doen we deze keer buiten de deur. We nemen maar wel een portie voor twee personen want Cubanen maken voor toeristen grote porties. Zelf hebben ze vaak te weinig eten, maar toeristen krijgen veel, heel veel.

16 april
De reden dat we helemaal naar de oost kust zijn gereden is de natuur. Er zijn een paar mooie parken. Vandaag gaan we de El Yunque op, een bergplatueautje van slechts 575 meter (iets in die geest) hoog. Dat lijkt in vergelijking met andere bergen weinig maar kan best veel zijn wanneer je van beneden daarop moet klimmen in slechts 5 kilometer afstand. We stellen de Chinese auto op de proef want we moeten over een bergachtig grindpad richting de berg. Onderweg pikken we onze eerste lifter op maar we moeten al snel rechtsomkeerd maken want Tru heeft haar slippers nog aan. We weten allemaal dat bergen beklimmen en slippers aan hebben toch echte no go's zijn en dus zijn we sneller terug in Baracoa dan gedacht enis de lifter sneller terug op de originele plek dan hij dacht (hij wilde mee terug omdat er daar tenminste schaduw was). Nadat het schoeisel is gewijzigd doen we een tweede poging en ook voor de lifter wordt het een tweede poging want de beste man staat nog steeds te wachten op een ritje naar zijn bestemming. Er omt blijkbaar weinig verkeer langs om mensen naar el Yunque te brengen. Al snel blijkt waarom want het pad leidt enkel naar el Yunque en is in een abominabel slechte staat. Onze auto is dat echter ook en dat matchte dan wel weer goed. Hobbelend met een lichtshow van allerlei alarmlichtjes die aangaan in het dashboard bereiken we de uituindelijke plek. De gidsen staren meewarig naar onze Chinese kwaliteitsauto en leggen ons uit dat een Moskova (een stoere lada uit Rusland) de shit is als het op transport aankomt in combinatie met hobbelige paadjes en getuige de drie lada-achtige wagentjes die er staan lijken ze gelijk te hebben.

Na overleg met de parkmensen en onszelf gaan we el Yunque op want daar is de beste kans om beestjes te vinden (in Cuba is het begrip beestjes beperkt: vogels, hagedissen en een enkele rare muis). De gids kan enigszins Engels en wij (en dan vooral Arlo) kunnen steeds meer woordjes Spaans. Vooral het woord aves (vogel) komt weer van toepassing in allerlei combinaties: grande (groot), peceno (klein), en kleurtjes. Zo komen we er wel. Het is niet dat wij van bergen houden, maar toevallig bevindt zich op deze berg natuur. Andere toeristen komen wel specifiek voor de berg op klimmmen, en dat merk je aan de gids die relatief weinig aandacht heeft voor de natuur en de gemiddelde tijd die men inschat voor het beklimmen en afdalen van een dergelijke berg. Wij rekken de tijd met een factor twee op doordat we alle kleine rotbeestjes natuurlijk willen zien. Onze gids laat ons zien dat er ergens een vogel zit, dus gooit hij er een steen naar toe, en orchideeen kun je het beste zien door ze te plukken.

Tegen onze gewoonte in halen we deze keer wel de top want zeg nou zelf, wanneer je een top van een bergje van 575 meter al niet haalt, dan ben je wel een erg tragische alpinist en heb je zelfs als Nederlander geen goed excuus meer (onze hoogste berg is maar 350 meter, door de ijle lucht hier kun je gewoon niet meer vooruit komen). En onderweg komen we ook nog eens de nationale vogel van Cuba tegen (tocororo) en een cubacoto (een groen klein dik vogeltje met wat rood en roze die hard fluit als een soort van autoalarm). Vanaf de top kijken we met een beeld van Maceo rond (Maceo is een van de eerste patriotten van Cuba (vrijheidsstrijder tegen Spanje en een held) en je komt hem samen met Marti, Che en Fidel overal tegen. Fidel is wel de meest wijze persoon omdat zijn quotes overal worden neergezet, tegenwoordig met een krabbel van Raul er bij gevrot, want ook Raul is toch best wel wijs).

Terug naar beneden loopt onze gids wat sneller want wees nou eerlijk: het uitzicht is het belangrijkste en dat hebben we afgevinkt. De berg naar beneden is behoorlijk koeler dan omhoog, want om 12 uur beginnen met naar boven lopen wordt in elke boekje dat je vindt afgeraden, vooral in tropische oorden. Voordeel voor de terugweg is dat de zon achter de berg zit en je lekker in de schaduw kunt lopen. Een nadeel is dat je toch iets sneller moet zijn want je wilt niet in het donker over het hobbelpaadje rollen in je gehuurde superchinees. Maar voordat we terug waren bij de Chinees mochten we nog de Duaba rivier oversteken en een mooi kenmerk van deze rivier is het water: het is heerlijk koel en zuiver helder. Het nodigt uit tot zwemmen en pootjebaden. Je kunt het drinken, zo zuiver is het en het is zo zuiver dat je daarna niet twintig dagen met een portatoilet hoeft rond te lopen. Al met al een prettig toetje na zwetend die berg op zwoegen. Direct naast de rivier ligt overigens ook een camping en de huisjes daar (9 cucskes in laagseizoen, 12 in hoogseizoen) zijn ook te boeken door niet-Cubanen.

Terug en het is weer tijd om te hobbelen. We komen om 19.20 terug aan in Baracoa en (dit hebben we niet vermeld) dit is ruim op tijd voor het donker worden (20.00 uur: relatief laat voor een tropische bestemming). We dumpen de auto bij het hotel el Castillo omdat we hier geen nachtelijke oppasfee hoeven te betalen (3 cucskes per nacht bespaard, de onevenredig hoge prijzen in Baracoa tov de rest van Cuba noopt tot hardhandige actie). Van het geld dat we bespaard hebben, investeren we 1,80 Cucske in Coca-Cola bij de Panamericana waar mensen slechts in kleine groepen naar binnen mogen (getuige de rij van mensen die altijd voor de winkel staat en naar binnen gluurt: het is en blijft een raar fenomeen; ook om snoepjes te zien liggen achter een glazen toonbank). Vandaag eten we in de casa en het voedsel bestaat uit vis in kokos saus. Een totaal andere culinaire insteek dan de rest van Cuba waar je gewoon vis krijgt zonder kokossaus.

17 april
Gisteren hadden we een gids die ons weinig info gaf, vandaag hebben we een gids die je overstelpt met info. Want ook vandaag is het tijd om de natuur in te gaan. Jose is de naam van onze gids en conform goede Cubaanse traditie is hij te vroeg. Zelf geeft hij dat ook toe en we kunnen dus rustig onze tijd besteden aan het traditionele Cubaanse ontbijt. De natuur, in precieze bewoording benoemd: Parque Alejandro (Alexander) von Humboldt. Unesco wereld erfgoed vanwege het soort bos en de verscheidenheid aan flora en fauna in Cuba. Dit houdt in een keur aan endemic species (zie vooral Madagascar) bij vogels en planten. Jose blijkt een enthousiasr mannetje dat Engels kan en ons over allerlei facetten van Cuba informatie kan verstrekken. Vraag 1 die we hebben is: de prijzen in Cuba. Waarom zijn excursies/ overnachtingen etc voor toeristen allemaal relatief duur? Zeg nou zelf, je moet een maand werken in Cuba voor een overnachting in een casa particular (zonder ontbijt): dat is een relatief duur bed. Het blijkt voornamelijk de schuld te zijn van de overheid en de belastingen. De verzorgingsstaat in Cuba is natuurlijk gratis maar moet betaald worden. De toerist betaalt dit. Artsen hebben onlangs een salarisverhoging van 100% gekregen en verdienen nu maximaal 2.000 Cucskes per maand. Een vorstelijk salaris in Cuba waar overheidsfunctionarissen normaal 75 CUC verdienen per maand (dit zijn dan de dure jongens). Maar nog steeds ziet Cuba haar artsen vertrekken naar Amerika om daar een praktijk te openen en een veelvoud te verdienen van hetgeen ze in Cuba krijgen. De gids zelf claimt 3 Cuc over te houden aan de 25 CUC die per klant in rekening wordt gebracht voor een dag excursie. De overheid heeft lange vette vingers en die vangen veel Cucskes.

Natuurlijk praten we nog over veel meer onderwerpen. Van kunst, naar politiek, naar embargo's, naar eten, naar Europa, naar dieren etc. De weg is de beruchte Moa kustweg en bestaat uit 40 kilometer hobbelen over een grindpad met veel batches (gaten in de weg). Er is geen moment ontspanning mogelijk aan het stuur want elk moment ontspanning kan resulteren in een asbreuk of vier lekke banden. In het park aangekomen blijkt Jose ook veel kennis te hebben over de lokale natuur. Voornamelijk over bomen en plantages kan Jose uren praten (vraag maar aan Tru). Zelf zeggen we beter teveel informatie dan te weinig, dus zuigen we alle informatie op als een spons. Dat we daarna heel veel weer vergeten, is een tweede, maar vermakelijk is het wel. Ook in Humboldt zien we voornamelijk vogels en hagedissen maar ook varkens, koeien, geiten en kippen komen langs aangezien boeren aan de rand van het park mogen wonen in ruil voor onderhoud van het park. Zo is een geluid in de bossen geen jaguar, maar is dit slechts een mamazwijn met 7 biggetjes die op weg is naar een modderpoel.

Na de 1e wandeling langs de rivier is het tijd om te lunchen bij een boerenfamilie en het hoogtepunt van de lunch is het sap van de zure sinaasappel uit de koelkast, oh briljant. Hier komt wel het traditionele eten van de rijst met bonen naar voren samen met bakbanaan en afgesloten met een bakje koffie van de eigen koffieplant. De boeren hier hebben het goed voor elkaar en we worden nog uitgenodigd voor de 50e verjaardag van mama die het hele weekend gevierd gaat worden.

De tweede wandeling is heuvel op naar de top die op 350 meter licht om een overzicht te krijgen over het Humboldt park. Na El Yunque is dit een walk in the parc, vooral omdat er een heerlijk briesje waait a la hotal National. Op deze wandeling leren we ook weer dingen. Een van de belangrijkste is: let op waar je zeikt, want met je voeten in een mierennest staan kan zorgen voor ongewenste aandacht van kleine kruipers. Het uitzicht laat een duidelijke scheiding zien tussen het tropische bos en het donkere nattere ander soortige (de naam is ons ontschoten) bos dat verderop ligt. Nu nog zijn onderzoekers bezig met soorten identificeren (het doel is 1 nieuwe soort per week en dat doel wordt ruim gehaald).

Terug is weer hobbelen. De heen- en terugweg leren ons overigens dat de Chinese auto ook door rivieren kan rijden want dat wordt vier keer met succes gedaan. Volgens Jose is dit de ultieme Chinese safari auto, waarbij we ons de vraag kunnen stellen hoe opzienbarend deze prestatie eigenlijk is. Het ritueel van de dag hiervoor herhaalt zich aangezien we weer om 19.20 terug zijn in Baracoa (volgens Jose een van zijn langste dagen ooit: we melken die Cucskes wel uit) en we onszelf weer op een Coca-Cola trakteren uit de Panamericana. De mensen leren ons al kennen in de winkel. Avondeten bestaat uit inktvis in een salsa, beter bekend als pulpo. In de avond breiden we ons Spaans repertoire uit met de casa eigenaar waarmee we het over salarissen en kosten van leven in Cuba en Nederland hebben. Nog even en we zijn volleerd Spaanstaligen.

18 april
Baracoa is een uithoek in het land en dat houdt in lange reisdagen wanneer je weggaat. Nu kun je kiezen tussen de kustweg langs Moa (hallo hobbelweg die we gisteren ook hebben gehad) of de Farola. Gezien de disco gisteren in de auto bij het hobbelen van varierende waarschuwingslichtjes besluiten we de Farola te nemen. Dat wonder van de revolutie verveelt niet denken we. Dat blijkt ook niet zo te zijn. Wel ben je ruim een uur langer onderweg naar welke plaats dan ook. Na 5 uur rijden is het tijd voor een tussenstop en wel in Holguin. Holguin, sja, wat zullen we erover zeggen. Veel Cubaans stadjes lijken op elkaar, vol met oude, meestal slecht onderhouden huizen en pleinen met grotere oude gebouwen eraan. Zo ook Holguin. Wat kun je er verder doen?Je kunt aan het einde van t dorp een hoge trap oplopen om van 't uitzicht te genieten, en wellicht een verfrissend briesje van 35 graden. (in t stadje is het 39). Deze hoge trap staat ook daadwerkelijk in het gidsboek als de attractie in Holguin. Daarnaast dat in de avond de locls rondjes gaan lopen en zich op het centrale plein verzamelen.
Verder hebben ze winkels. Toen wij er waren de winkels vol met bier, kleine flesjes bubbeltjes water en cornflakes, en nog weer wat olijven in een vitrine kast. Elke winkel had hetzelfde assortiment, waarschijnlijk vanuit een centrale overheidslevering ontvangen. Deze keer besloot de overheid dat Holguin voor de mensen die rondjes lopen door de stad extra bier moest hebben. Andere dingen kun je dan ook niet kopen in Holguin.

Zelf kiezen we voor een tussenvorm van toeristsche activiteiten. Eerst splashen we in een van de beste restaurants in Cuba (buiten Havana). Het is natuurlijk Cuba maar je wordt van restaurant kwaliteit niet direct warm. De uiensoep was een welkome afwisseling en de ruim 4 Euro betaald aan het hoofdmaal was het zeker waard. Daarna volgden we de locals in het rondje lopen en liepen we naar de hoge trap. De trap oplopen moet je niet doen, want daarvoor is het te warm. De pleinen overlopen is een leuke hobby, vooral wanneer je dan ook nog ijs kunt scoren in de volgens de verkoper aardbei en ananas smaak. Over smaak valt enigszins te twisten (tip: neem vanille of chocola, is beter te herkennen). In de nacht bleek ons eerdere restaurant omgetoverd tot een dakdisco waarvan we tot een uur of twee vanuit onze casa konden genieten.

19 april
We hebben wat dagen over voordat we voor twee dagen naar onze super slecht all inclusive gaan op Caya Coco. We besluiten wel een heel eind te rijden en te slapen in Moron. Volgens t boek moet t daar erg mooi zijn met als hoogtepunt een dubbele spoorlijn die door het dorp loopt waar de locals gewoon over fietsen. Dat lijkt ons zeer aanlokkelijk. In t plaatsje aangekomen besluiten we toch maar door te rijden, vanwege het totale gebrek aan sfeer. Wanneer je het zoveelste plaatsje in Cuba ziet, is er niet iets om je over te verbazen en un je beter maar verder gaan kijken. Voor all inclusive bezoekers die nog niet in Cuba zijn geweest kan Moron waarschijnlijk een eye opener zijn.

Caya Coco is een eiland aan de noord kust van Cuba waar flamingo's en all inclusive toeristen hun habitat hebben. Echte Cubanen wonen hier niet. Alle medewerkers van de hotels moeten na hun shift weer van t eiland af. Alvorens je het eiland op mag moet je eerst je paspoort laten zien en wat Cuckskes betalen.
Voor over 2 dagen hebben we een reservering bij hotel Melia Caya Coco, maar we willen het andere aanbod ook eens zien. Huiverig als we zijn om ons vast te legggen op een all inclusive ervaring willen we wel zeker zijn dat we de beste keuze maken. Ons oog valt op Cayo Guillermo, iets verder rijden en daarom rustiger met minder hotels. Vanaf ier valt het op dat elke auto die langsrijdt een toeristenauto is en bussen vol met toeristen heen en weer worden gereden. Inclusief een dubbeldekker sight seeing bus die over Cayo Coco en Guillermo rollen.
All inclusive-jes moeten vermaakt worden natuurlijk.

We besluiten alle hotels van Guillermo te bezoeken. Dit is een helse klus want het zijn er vier. Sfeer, prijs, bezoekers en grootte zijn criteria waar we naar kijken. Bij geen enkel hotel is het overigens moeilijk om naar binnen te komen, je loopt de poort door en niemand vraagt je wat. We maken bij elke een rondje en hier volgt het oordeel per hotel: T eerste hotel was mwaw..., het tweede was heeeeel mooi, maar vol. Dan nog twee behoorlijk vervallen met een hoog Neckermann pakketreizen gehalte (Redt mijn vakantie komt zo langs). Het exclusieve van Cayo Coco en Guillermo blijkt nog niet uit de hotels moeten we zeggen.

Op naar Cayo Coco want er zijn meer hotels om te verkennen. Een drietal bezoeken we voordat we eindigen bij ons eigen stulpje. Het lijkt ons toch makkelijker om ons oorspronkelijke hotel te gaan gebruiken. Er blijkt ook wel plaats, maar de meneer achter de toonbank geeft aan dat rechtstreeks daar boeken heel duur is. En dat blijkt, 134 Cucskes pppn. Dus dat blijkt 80 cuc per nacht meer dan de (veel mooiere) op 1 na duurste. Dus proberen te boeken via internet, want het hotel hanteert prijsdifferentiatie. Aan de balie is het duurder dan via internet of een travel agent. Dat internet mogen we voor 4,5cuc per uur kopen. De website van t hotel werk niet. En na 45 minuten gefrustreerd proberen loopt Tru behoorlijk boos naar de balie. Een dame wil ons graag helpen, maar de senor in kwestie heeft er niet bepaald zin in. t is ondertussen al bijna 19u en we waren om 8.30 s morgens vertrokken. De vraag of we misschien een sandwich of iets dergelijks mochten kopen werd negatief beantwoord. Uiteindelijk, na 1,5 uur was de meneer van mening dat we voor 1 nacht hetzelfde mochten betalen als voor de boeking die we al hadden staan. 180cuc (1 cuc is ongeveer 0,96eur) en dat vonden we wel een beetje belachelijk duur voor wat avondeten, slapen en ontbijt. Dus we besluiten, onder t genot van wat crackers die we nog hadden om Melia Caya Coco niks van onze centen te gunnen, en hier niet te blijven, en ook onze bestaande boeking te annuleren. T mag dan all inclusive zijn, de casas particulares bieden meer service.

We gaan een hotelletje next door. Daar hebben we binnen 5 minuten geboekt voor een nacht want we zijn huiverig en voorzichtig. Zeer voorzichtig en dat blijkt een goede keuze te zijn. Het volgende stuk bevat een samenvatting waarin wat persoonlijke meningen van de schrijvers zijn opgenomen. Mocht u een groot fan zijn van het all inclusive concept te zijn en daar dan ook een fervent gebruiker van zijn dan kan het volgende aks schokkend ervaren worden: heit is uit het oogpunt van mensen geschreven die het all inclusive concept niet snappen en ook zelf niet hanteren of aanhangen.

Een all inclusive concept omhelst een hotel en alle te genieten consumpties en etenswaren (oftewel vreten en zuipen in een betere context). Daarnaast worden vermaak en entertainment vanuit het hotel over de betalende gast gestrooid die gedurende enkele dagen of soms weken (getuige de gemiddelde zwartgeblakerde kleur van de clienten) niet buiten de poort hoeft te komen in de boze buitenwereld. Deze buitenwereld bevat immers niet een 24 uurs snackbar en mensen praten er geen Engels en dat is eng.

In het betreffende hotel zijn een tweetal buffetrestaurants en drie a la carte restaurants gevestigd. Wat is het onderscheid? De a la cartes zijn exclusiever en dienen door de gast gereservererd te worden. Wat hiervoor de criteria zijn is ons onduidelijk: het lijkt er op dat wanneer je overnacht bij de receptie en om 6 uur n de ochtend de eerste in de rij bent, dat je dan naar de a la carte mag. Er is immers te weinig ruimte voor alle gasten om een zweem van exclusiviteit te creeren. Maar waarom zou je de moeite nemen om naar de a la carte te gaan. Naar ons idee twee redenen: 1) het bufffet: de kwaliteit van een buffet in all inclusives is vaak twijfelachtig. Bakken met voer staan vaak lange tijd te pruttelen zodat alle smaak uit de goederen is weggekookt. In Egypte zijn dit de ideale broeinesten van bacterien en beriberi. Dit houdt de gemiddelde bezoker van een dergelijk etablissement niet tegen om de borden goed vol te gooien bij elke maaltijd want je bent niet voor niets in een all inclusive. Getuige de gemiddelde omvang van de bezoekers in dit betreffende hotel zou het beter zijn om iets te minderen overigens maar dat is een ander issue.
2) je hebt tijdens de twee weken in dit hotel geen ruk te doen en het enige spannende moment van de dag is of je wel of niet wordt ingeloot bij het restaurant.

We verbazen ons over de gasten die met koffiebekers die ze zelf hebben meegenomen naar de bar gaan en vragen om deze vol te douwen met rum en een beetje cola. Dat begint overigens al om 10 uur in de ochtend. De Canadezen en Russen hebben elkaar hierin gevonden: beide partijen zuipen wat af en het is blijkbaar hip om elkaar te vertellen dat ze zoveel hebben gezopen dat ze geen idee meer hebben wat ze gisteren hebben gedaan. Dat hebben we vaak gehoord. Gedurende de dag liggen de gsten op ligbedden en gaan ze aquajoggen of doen ze aan yoga op het strand. Ze gooien dollars en dollars op de balie neer om chips te kopen in het winkeltje (5 dollar per bus of zak) of om op internet te gaan (6 dollar per uur). Ja, ze zijn in Cuba, maar toch ook zo ver van Cuba verwijderd. Behalve dan vand e rum, daar zitten ze dichtbij.
Een verrrassend element is dat ondanks dat er 24 uur per dag eten beschikbaar is, er een drentelende rij staat voor het buffetrestaurant wanneer deze om 13.00 voor de lunch wordt geopend. BIer wordt getapt in plastic bekertjes zonder fatsoenlijke schuimkraag: wanneer je dan toch bier drinkt om 11 uur in de ochtend, dan toch niet uit een plastic bekertje terwijl het bier je platgeslagen aanstaart? Voor ons is dit niet te begrijpen en we maken de enige juiste keuze die we kunnen maken. Een dag is voldoende.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Trudy

Avonturen van Trudy en Arlo in de wereld

Actief sinds 31 Jan. 2008
Verslag gelezen: 1052
Totaal aantal bezoekers 73281

Voorgaande reizen:

24 Juli 2023 - 24 Juli 2023

3x is scheepsrecht

14 Juli 2022 - 14 Juli 2022

Op zoek naar de impossible 5

26 Oktober 2019 - 26 Oktober 2019

Roadtrip

02 December 2018 - 02 December 2018

Grote smurf, bolle smurf en kleine smurf in Spanje

21 September 2017 - 21 September 2017

Do you come from the land down-under

29 Maart 2015 - 29 Maart 2015

Fideldideldidel

12 Oktober 2014 - 12 Oktober 2014

Lalalal a big in... , tonight, big in ..lalalala

29 Augustus 2013 - 29 Augustus 2013

3 Groningers op avontuur in Zuid-Afrika

20 Februari 2013 - 20 Februari 2013

Florida

10 Augustus 2012 - 10 Augustus 2012

Nieuwe avonturen van Arlo en Trudy in Madagascar

29 November 2010 - 22 December 2010

Arlo en Trudy in Vietnam

09 Oktober 2008 - 14 November 2008

Mijn eerste reis

10 September 2011 - 30 November -0001

Honeymoon in Maleisie

Landen bezocht: